Van huis uit hebben wij altijd honden gehad. Ik was gek met ze en ben altijd gek van honden gebleven. Met katten heb ik niet zoveel. Ook nooit overwogen om een kat in huis te nemen. Een hond speelde altijd door mijn hoofd, maar als je fulltime werkt is dat niet haalbaar. Een hond kost nu eenmaal veel tijd en die wil je ook aan een huisdier geven.
Toen ik bij mijn vorige baan vertrok om als zzp’er verder te gaan, ging ik vanuit huis werken. Een merkte dat ik veel thuis was, want als fotograaf ben je niet zeven dagen in de week aan het fotograferen. Je zit meer achter de computer kan ik verklappen.
Vliegtuig
Toen ik tijdens een te gekke persreis naar Zwitserland vertrok in januari 2018, zat ik in het vliegtuig naast een andere reporter. Zij vertelde dat ze alleen woonde, buiten de deur werkte en een hond had. Er begon bij mij gelijk iets te kriebelen. Want als zij dat kon, waarom zou ik dat niet kunnen? Het zaadje was geplant en eenmaal thuis ging ik op onderzoek uit. Wat voor ras zou ik eventueel willen, welke opvangmogelijkheden zijn er in mijn woonplaats, zou ik voor een pup of asielhond gaan. Hoe meer ik erover nadacht, hoe dichter ik bij mijn beslissing kwam. Ook peilde ik de reacties hoe mijn directe familie erin stond. Want van hen zou het ook afhangen. Ik kan niet in mijn eentje altijd 7 dagen in de week 24 uur per dag voor de hond klaarstaan. Helemaal niet als ik weggeroepen word naar een bevalling.
De één (lees: mijn zus) was gelijk razend enthousiast, de ander moest wat langer aan het idee wennen en zag iets meer beren op de weg (lees: mijn vader). Zelf ging ik steeds meer de voordelen inzien: meer ritme en regelmaat in mijn leven, een maatje in huis, meer buiten wandelen in plaats van de hele dag achter de computer, iets om voor te zorgen.
Ik had mijn oog uiteindelijk op een beagle laten vallen en kreeg gelijk al de eerste waarschuwingen: een beagle is heel eigenwijs, luistert niet, kan niet loslopen, eet alles wat los en vast zit. Een rondje bellen met fokkers leerde mij een andere kant van het verhaal. Ik was eruit: het moest een beagle worden en dan ook een pup. Als ik het doe, wilde ik het vanaf het begin goed doen. Ik koos voor een goede fokker in de buurt en kwam op de wachtlijst. Eind december 2018 kreeg ik een mailtje: er werd in februari 2019 een nestje verwacht. Of ik nog interesse had? Ik belde hyper op: Ja ik wil!! Op 9 februari werden de pups geboren: 4 reutjes en 3 teefjes. Alles ging goed met moeder en kids. Twee weken later mochten we komen kijken. Op slag verliefd maar ook nog heel onwerkelijk dat één van die pups van mij zou worden.
Pups
Met zes weken werden alle nieuwe baasjes uitgenodigd en konden we knuffelen en spelen met de pups. Het leken wel van die speelgoedhondjes! Inmiddels trefde ik thuis alle voorbereidingen voor de komst van één de drie teefjes. Lijstjes met namen werden doorgenomen en uiteindelijk viel de keuze op Bobbi. En toen was daar de dag dat ik haar mocht ophalen. Best spannend kan ik melden. Ik had me al helemaal ingelezen in boeken en op internet over het opvoeden van een pup. Maar ik kan je inmiddels melden dat niemand je kan voorbereiden op wat je te wachten staan. Helemaal als je voor het eerst een pup in huis hebt.
In een hondentas vervoerden we Bobbi naar huis, waar ze haar nieuwe huis en de tuin ging ontdekken. Als een te snel opgevoerd speelgoedbeest sjeesde ze overal naar toe en had al snel de gordijnen te pakken. Ik was nog geen uur thuis of een klant liet weten dat de bevalling was begonnen. Wat een timing. Ik liet Bobbi na een uur achter in de goede handen van mijn familie.
Toen ik na een mooie bevalling ’s avonds naar huis ging, kreeg ik alle enthousiaste verhalen te horen hoe de eerste uren met Bobbi waren verlopen. Mijn vader ging vervolgens weg en daar zat ik, alleen met een stuiterende pup. Ik had me helemaal verdiept in de benchtraining en besloot die nacht in de huiskamer op de bank te gaan slapen, met Bobbi in de bench. Veel geslapen heb ik niet die nacht, om de paar uur stond ik buiten met haar. Maar op zich ging het best goed voor een eerste nacht. De tweede nacht besloot ik in bed te gaan liggen. De bench heb ik nooit verplaatst en ik haalde Bobbi er alleen uit als ze naar buiten moest. Als ze tussendoor erg piepte, ging ik naast de bench zitten, zodat ze wist dat ik in de buurt was.
Plasjes
Ik hield in die eerste weken alles bij qua eten en uitlaten en probeerde zo goed als ik kon een ritme aan te houden. Slapen, naar buiten, spelen en weer slapen. Hoe vaak ik niet naar buiten ben gegaan met haar en hoe vaak ik ook niet binnen plasjes kon opruimen. Mijn leven stond volledig in het teken van Bobbi. Het huis was inmiddels puppyproof gemaakt, want ze hing als een dolle in de gordijnen, kauwde op schoenen en verscheurde kranten. Het ideale beeld van een pup die rustig bij me op schoot in slaap viel kon ik wel vergeten. Het leek wel of ik een dolle Gremlin in huis had. Met die scherpe tandjes zaten mijn armen en handen onder de schrammen, tot bloedens aan toe.
Na een week sliep ze van 23.00 tot 06.00 uur zowaar door. Dat scheelde al een stuk in mijn vermoeidheid. Maar ik vond het slopend. Voor mijn gevoel kon ik het huis niet uit en het doemscenario dat dit nu mijn leven zou zijn spookte steeds meer door mijn hoofd. Waarom wilde ik eigenlijk een hond? Ik had toch een heel leuk leven hiervoor.
Stress
Op internet en op de puppycursus kwam ik erachter dat ik niet de enige was met deze gedachten. En dat het nu doorzetten is en heel veel geduld opbrengen en dat heb je er straks profijt van. Maar zou ik dat wel volhouden? Ik was inmiddels al 3 kilo kwijt en op van de stress. Ik heb echt een aantal keren gedacht: Ik kan dit niet, ik breng haar terug. Maar als ik dan aan mijn familie dacht, hoe gek die al op haar was, dan wist ik dat ik moest doorzetten. Het komt goed, was mijn mantra.
En dat heb ik gedaan. De puppycursus (bij hondenschool Jottem in De Rijp, red.) leerde mij zoveel over het gedrag van honden. Ook de erkenning bij de andere baasjes gaf mij rust. En er kwam steeds meer ritme in het leven van Bobbi en mij. Als ze sliep kon ik even het huis uit en was ik al blij als ik naar de supermarkt kon. Ik begon meer aan Bobbi te wennen en zij aan mij. Ik begon meer te genieten! Al bleef ik het moment dat ze ’s avonds eindelijk omviel van vermoeidheid zalig vinden. Eindelijk rust!
Wennen
Met 13 weken heb ik haar laten wennen bij een superlief echtpaar dat thuis kleine honden opvangt. Dat ging vanaf het begin goed, zodat ik af en toe mijn handen ook even vrij had. En bij de fokker is ze ook altijd nog welkom. Zo fijn dat ze in de buurt wonen. Bij de hondenschool hebben we alle cursussen gevolgd die er aangeboden werden.
Bobbi is vandaag één jaar geworden en ik zou me een leven zonder haar niet meer kunnen voorstellen. Ik ben zo gek op haar! Het klopt echt, dat je in het begin door moet zetten want het wordt echt alleen maar leuker. Ik heb er een trouw ondeugend en eigenwijs maatje bij, ik heb superleuk contact met andere baasjes in de buurt met honden wat mijn thuiswerkdagen heerlijk onderbreekt, ik heb veel meer regelmaat en beweging en de wekker gebruik ik niet meer. Ik die altijd van uitslapen hield, staat nu al vroeg buiten ’s ochtends om Bobbi uit te laten. Alhoewel, Bobbi wordt gelukkig niet meer zo heel vroeg wakker als in het begin. Gaat ze toch op haar baasje lijken ;-)
PS wil je meer van Bobbi de beagle zien, ze heeft een eigen instagram account, bobbidebeagle